Werken conform prestatiebeginsel betekent in
de praktijk dat de aannemer verantwoordelijk is voor ontwerp, uitvoering,
vergunningnaleving, overleg/afstemming met omgeving etc. Deze totale
verantwoordelijkheid voor de aannemer
wordt gekoppeld aan een betalingsregeling waarbij de termijnbetalingen achteraf
plaatsvinden nadat is vastgesteld of de aannemer volledig heeft voldaan aan het
beoogde (tussentijdse) resultaat. De betalingsregeling vormt op deze wijze een
financiële borging voor de opdrachtgever.
Door uitvoering van werken op basis van het
prestatiebeginsel worden kostenbepalende criteria organisatie, kennis
en kunde en inventiviteit zo gunstig mogelijk samengebracht.
Ter
toelichting: het prestatiebeginsel bij bodemsaneringen
Bodemsaneringen worden uitgevoerd door
aannemende partijen behorend tot de volgende twee uiterste categorieën:
1. aannemers die
zich bedienen van conventionele technieken als ontgraving van grond en
onttrekking van grondwater waarna reiniging c.q. verwerking geschiedt, op
locatie dan wel elders;
2. aannemers die
door het toepassen van in-situ technieken de bodem gebruiken als reactorvat, de
in-situ sanering. Verplaatsing van grond- en grondwater wordt hierbij tot een
minimum beperkt.
Voor aanbesteders zijn veelal de
prijsbepalende factoren van doorslaggevend belang in de keuze om te komen tot
de contractvorm, de aanbesteding en de aannemer.
De prijs van saneringswerken die vallen in
bovenomschreven categorie 1 worden enerzijds sterk bepaald door het
organisatorisch talent van de aannemende aannemer en anderzijds door kosten van
derden. De prijs van saneringswerken die vallen in bovenomschreven categorie 2
- de in-situ saneringen - worden veelal bepaald door de kennis en kunde van de
aannemer van geohydrologische en bodemchemische processen en de inventiviteit
om met minimale middelen een maximaal resultaat te bereiken.
Op basis van evaluaties van - in de periode
tot halverwege de jaren negentig - uitgevoerde bodemsaneringen, is vooral
duidelijk geworden dat wij met ons allen niet in staat zijn gebleken voldoende
aansluiting te vinden bij de door de aannemende aannemers gebezigde technieken.
Enerzijds had dit te maken met het nog niet zover zijn van de juiste
technieken van de aannemers, en anderzijds met het sterke gevoel bij
adviseurs en opdrachtgevers dat zij sturing moeten geven aan het ontwerp en
de uitvoering van een sanering.
De aannemende markt heeft zich veranderd
waarbij het toepassen van in-situ bodemsaneringstechnieken vaker de voorkeur
krijgt en verdient. Een andere aanpak door opdrachtgevers sluit hierbij aan.
Voordelen bij uitvoering van saneringswerken
op basis van het prestatiebeginsel, ten opzichte van een traditioneel bouwproces,
zijn de volgende.
Ø Een
functionele, in situ saneringsvariant past goed in de beleidsvernieuwing en het
kabinetsstandpunt waarin ruimte is geschapen voor optimalisatie van
saneringsinspanning en -resultaat. De traditionele beleidsdoelstelling
"multi-functioneel saneren tenzij" is ingeruild voor
"functioneel saneren", gebaseerd op de actuele of beoogde
gebruiksfuncties van het terrein. Gestreefd wordt naar een maatschappelijk
passende, maar sobere saneringsaanpak en zo een doelmatige besteding van
schaarse middelen. Om hieraan te blijven voldoen is het aanboren en bundelen
van theoretische kennis en praktijkervaringen uit de markt onontbeerlijk.
Inventieve ideeën worden door partijen eerder vermarkt als dit enerzijds
andersoortig en interessant werk oplevert voor de veelal gespecialiseerde
aannemers en anderzijds dit leidt tot besparingen van kosten voor
opdrachtgevers.
Ø Doordat de
aannemer verantwoordelijk is voor zijn eigen ontwerp en uitvoering, en het
bereiken van (tussentijds) resultaat samenhangt met de betalingsregeling, is de
aannemer als eerste zelf gebaat bij het regelmatig evalueren van de maatregelen
en het tijdig nemen van passende maatregelen. In de praktijk komt dit neer op
het toepassen van het zogenaamde cyclisch ontwerpen waarmee wordt gestuurd op
het saneringsresultaat. De opdrachtgever krijgt hiermee uiteindelijk meer waar
voor zijn geld.
Ø Een vaste
aanneemsom met garantstelling door de aannemer. De opdrachtgever kan zijn financiële verplichtingen en zijn
reserveringen beter afstemmen op de onderhanden werken. Het niet behalen van
tussentijdse resultaten leidt tot het stopzetten van betalingen en in het
uiterste geval tot contractontbinding. Het risico op nazorg is evenals bij
conventionele bestekken aanwezig doch van een hele andere orde: de aannemer
gaat immers vergaande verplichtingen aan waarbij in het uiterste geval dient te
worden voorzien in een fall-back scenario bestaande uit nazorg.
Ø De
begeleiding en het toezicht op het werk blijft beperkt tot controle op
resultaat en gestelde randvoorwaarden. In de praktijk betekent dit dat er geen
dagelijks toezicht (nodig) is en dat door middel van audits wordt getoetst of
de aannemer het verplichte resultaat haalt.